Orkestendag Berlicum
31 maart, alweer de 90e dag van dit jaar en voor ons stond voor vandaag de orkestendag in Berlicum op de agenda. Verzamelen bij het clubhuis en stipt om 09.00 uur vertrok de bus naar Asten om daar wat collega muzikanten van Da Capo op te halen. Zij moesten immers ook naar Berlicum en aangezien ons seniorenorkest die club met maar liefst 9 personen ondersteuning zou verlenen was het niet meer dan billijk dat de overblijvende leden van Da Capo met ons mee mochten in de bus!
Eenmaal op weg nam de chauffeur de microfoon ter hand om ons te verwelkomen. Hij deed dat op geheel eigen wijze waarbij hij meermaals aangaf dat hij het fijn vond met muzikanten op stap te kunnen en verder al een deel van zijn doopceel lichtte door onder andere te melden dat hij “er inne uit Lieshout waor” en dat hij daar “de bas blies bij de herremenie…”. Het was van geluk spreken dat we naar Berlicum moesten in plaats van naar Blaricum want dat hadden ze daar beslist niet begrepen!
In “d’n Durpsherd” aangekomen zat het eerste orkest al op het podium; daar hebben we weinig van gehoord. Verrassend was daarna wel het optreden van een flitsende presentator die ook op geheel eigen wijze de aankondigingen deed en dat hebben we de rest van de dag ook meegekregen. De man sprak met de snelheid van een slak achter een rollator, in dialect en eindigde zijn aankondigingen steevast in een laagdrempelige begraafplaatsstem met: “Ik wens ullie veul suukses”. Zo iemand moet je erin houden; hij is een onmisbaar element op zo’n dag. Later hoorde ik dat hij de ene helft was van een komisch duo in Berlicum en omstreken…
De optredende orkesten varieerden nogal in bezetting. Er waren erg grote orkesten van 55 tot 70 personen, maar ook kleine bezettingen van 23. Maar overal kwam muziek uit, passend bij de club die men vertegenwoordigde: goedwillende amateurs of een halve bezetting door professionals! Zo speelde er een club uit de regio waarin zowat de halve Luchtmacht was vertegenwoordigd. Ook de dirigent was er eentje van de Luchtmacht en dat was ook wel te zien want hij stond te dirigeren als een jonge eend die voor zijn eerste vlieglessen wil opstijgen! Was toch heel leuk om te zien. Bij grotere groepen zitten meestal wel enkele oude beroepstoeteraars en dat was ook wel te merken aan de solisten die zij lieten optreden. Zo kwam Grootvaders Klok nog eens voorbij op een sopranino fluitje in combinatie met een euphoniumsolo en speelden een tenorsaxofonist, een trompettist en een schuiftrombonist ook ieder een prachtige solo. Maar ook Groot Someren kwam goed uit de verf. We hebben van veel kanten lovende woorden mogen ontvangen over enkele door ons gespeelde stukken. Soms denk je dat een bepaald stuk niet past op zo’n dag en dan blijkt het tegendeel. Met belangstelling werd dan ook geïnformeerd naar onze Londonderry Air, Down by the Salley Gardens en Daheim in Böhmen.
Het is een gezellige dag geworden; we hebben zelf goed gemusiceerd, waren tevreden over ons eigen optreden en hebben genoten van andere orkesten. Maar om 16.00 uur stond onze bassist al weer klaar met zijn bus en eenmaal op terugweg naar huis evalueerde hij ongevraagd hetgeen hij die dag had gehoord: “Gullie het allemaol skôn gespuld, tenminste ge het goed oew best gedaon…”. Onze voorzitter nam daarna de microfoon over om verder in verstaanbaar Nederlands mede te delen dat onze Piet van den Boomen vandaag jarig was waarna spontaan en voltallig ons nummer 100 werd ingezet. Kort samengevat vertelde hij verder dat de dag weer prima was verlopen, in alle opzichten, en dat hij had vastgesteld dat in de club van Oss de meeste dames zaten maar in onze vereniging de knapste! Nou, een betere afsluiter heb ik niet, maar waar let zo’n voorzitter op hè… Oh ja, de foto’s zijn weer verzorgd door Rob Caljouw, waarvoor dank.
Eenmaal op weg nam de chauffeur de microfoon ter hand om ons te verwelkomen. Hij deed dat op geheel eigen wijze waarbij hij meermaals aangaf dat hij het fijn vond met muzikanten op stap te kunnen en verder al een deel van zijn doopceel lichtte door onder andere te melden dat hij “er inne uit Lieshout waor” en dat hij daar “de bas blies bij de herremenie…”. Het was van geluk spreken dat we naar Berlicum moesten in plaats van naar Blaricum want dat hadden ze daar beslist niet begrepen!
In “d’n Durpsherd” aangekomen zat het eerste orkest al op het podium; daar hebben we weinig van gehoord. Verrassend was daarna wel het optreden van een flitsende presentator die ook op geheel eigen wijze de aankondigingen deed en dat hebben we de rest van de dag ook meegekregen. De man sprak met de snelheid van een slak achter een rollator, in dialect en eindigde zijn aankondigingen steevast in een laagdrempelige begraafplaatsstem met: “Ik wens ullie veul suukses”. Zo iemand moet je erin houden; hij is een onmisbaar element op zo’n dag. Later hoorde ik dat hij de ene helft was van een komisch duo in Berlicum en omstreken…
De optredende orkesten varieerden nogal in bezetting. Er waren erg grote orkesten van 55 tot 70 personen, maar ook kleine bezettingen van 23. Maar overal kwam muziek uit, passend bij de club die men vertegenwoordigde: goedwillende amateurs of een halve bezetting door professionals! Zo speelde er een club uit de regio waarin zowat de halve Luchtmacht was vertegenwoordigd. Ook de dirigent was er eentje van de Luchtmacht en dat was ook wel te zien want hij stond te dirigeren als een jonge eend die voor zijn eerste vlieglessen wil opstijgen! Was toch heel leuk om te zien. Bij grotere groepen zitten meestal wel enkele oude beroepstoeteraars en dat was ook wel te merken aan de solisten die zij lieten optreden. Zo kwam Grootvaders Klok nog eens voorbij op een sopranino fluitje in combinatie met een euphoniumsolo en speelden een tenorsaxofonist, een trompettist en een schuiftrombonist ook ieder een prachtige solo. Maar ook Groot Someren kwam goed uit de verf. We hebben van veel kanten lovende woorden mogen ontvangen over enkele door ons gespeelde stukken. Soms denk je dat een bepaald stuk niet past op zo’n dag en dan blijkt het tegendeel. Met belangstelling werd dan ook geïnformeerd naar onze Londonderry Air, Down by the Salley Gardens en Daheim in Böhmen.
Het is een gezellige dag geworden; we hebben zelf goed gemusiceerd, waren tevreden over ons eigen optreden en hebben genoten van andere orkesten. Maar om 16.00 uur stond onze bassist al weer klaar met zijn bus en eenmaal op terugweg naar huis evalueerde hij ongevraagd hetgeen hij die dag had gehoord: “Gullie het allemaol skôn gespuld, tenminste ge het goed oew best gedaon…”. Onze voorzitter nam daarna de microfoon over om verder in verstaanbaar Nederlands mede te delen dat onze Piet van den Boomen vandaag jarig was waarna spontaan en voltallig ons nummer 100 werd ingezet. Kort samengevat vertelde hij verder dat de dag weer prima was verlopen, in alle opzichten, en dat hij had vastgesteld dat in de club van Oss de meeste dames zaten maar in onze vereniging de knapste! Nou, een betere afsluiter heb ik niet, maar waar let zo’n voorzitter op hè… Oh ja, de foto’s zijn weer verzorgd door Rob Caljouw, waarvoor dank.